Vroeger
…. was in Noordwest-Europa de Zwarte bij (Apis mellifera mellifera) het belangrijkst. Andere rassen in Europa waren bijvoorbeeld A.m. carnica, A.m. ligustica, A.m. iberica, A.m. caucasica, A.m. macedonica. Omdat de Zwarte bij nogal stekerig was en vroeg zwermde, is sinds begin vorige eeuw in Duitsland en later Nederland geprobeerd door kruisen met Carnica en Ligustica een bij met over de hele linie betere eigenschappen te krijgen. Na jarenlange experimenten koos men in Duitsland en Oostenrijk voor Carnica. Via teelt en selectie zijn meerdere Carnicalijnen ontwikkeld.
Bij ons wordt naast de ‘Hollandse bij’ (genetisch een mengsel) en de Carnica ook geïmkerd met Buckfast, via vele kruisingen geteeld door broeder Adam van Buckfast Abbey in Engeland. Buckfast is ook zachtaardig, maar heeft verder andere eigenschappen dan Carnica. Ook de oorspronkelijke Zwarte bij krijgt weer aandacht.
Plezierig (blijven) imkeren met Carnica’s
Het zijn de zachtaardigheid en raatvastheid die het imkeren met Carnica plezieriger maken. Je kunt dat het beste zelf ervaren. Maar ook kan je leren van collega-imkers die al omschakelden. Bijvoorbeeld, hoe je je Carnica-bijenstand grotendeels raszuiver kunt houden.